Reizen
Baltische staten 2019: Litouwen - Letland - Estland
Reisverslag
Maandag 30 september 2019
Na en kort nachtje zijn we om 4u15 vertrokken. We reden vlotjes naar "parking A4" waar we om 6u50 arriveerden. Het regende maar we konden onder een afdak staan dus hadden we wel wat comfort om valiezen uit de koffer te halen. 7u dus onmiddellijk konden we instappen in een shuttle die ook nog naar een andere parking reed om mensen op te halen. Uiteindelijk reden we van 7u15 tot 7u35 naar luchthaven Schiphol.
8u25 bagage afgegeven, 8u50 naar de gate maar pas om 9u53 arriveerde het vliegtuig (Boeing 737-300/500). 10u15 boarding, 10u44 vliegtuig kwam in beweging, effectieve 11u07 take off. 12u58 (13u58 plaatselijke tijd) geland.
Om 14u10 stapten we van het vliegtuig naar de bus op de kleine luchthaven van Vilnius en om 14u20 hadden we de bagage al. Paspoortcontrole was er niet. Vijf minuten later stonden we bij reisleider "Nathaliya" en tegen 14u30 waren we al onderweg met de bus en chauffeur "Daniel".
Het was 14u50 als we aan hotel het hotel waren en om 16u00 waren we alweer afgesproken bij de bus om naar de stad te gaan. We verkenden de stad een beetje, maar omdat het begon te regenen besloten we iets te gaan eten. We probeerden de "zeppelins" (gevulde aardappelen) maar dat was geen succes. En ook het plaatselijke drankje "Kvas" (op basis van rogge) viel niet in mijn smaak.
Cepelinai is een nationaal gerecht in Litouwen. Cepelinai zijn aardappelknoedels gevuld met gehakt, kaas(?) of groenten(?). De vorm van het gerecht heeft een overeenkomst met de vorm van een zeppelin. Cepelinai worden gegeten met zure room (grietinė) en/of gebakken spekjes en uitjes of paddenstoelen. Het gerecht is behoorlijk vet, daarom wordt er tegenwoordig voor buitenlandse gasten een "light" versie hiervan aangeboden.
Kvas (letterlijk "broodzuur") is een traditionele, licht koolzuurhoudende en niet- tot licht alcoholische drank uit Rusland, Oekraïne en andere Oost-Europese landen. De drank wordt gemaakt op basis van water, roggemeel en mout, dat een gistingsproces doormaakt. Kvas wordt vaak ook bereid met brood en soms ook met vruchten, zoals peren, aardbeien, bessen of rozijnen en wordt soms ook gekruid met munt of zelfs berkensap.
Nog een ijsje en een wandelingetje terug naar het hotel. 20u15 waren we ar al dus konden we nog wat reislectuur doornemen.
Stappenteller: 13731
Dinsdag 1 oktober 2019
We hadden om 7u30 ons ontbijt. Anderhalf uur later startten we onze stadsrondrit. Plaatselijke gidsen zijn verplicht in de Baltische staten. Met de "oortjes" konden we redelijk vrij bewegen en toch volgen wat de gids vertelde. Het was interessant en duidelijk.
Van 9u30 tot 10u00 gingen we naar de Petrus en Pauluskerk. Daarna terug de bus op en om 10u15 werden we gedropt aan de enige overgebleven stadspoort (Poort van het Morgenrood) . De rest van de tour zouden we te voet doen. Opeens werden we opgeschrikt door een "alarm". Verschillende mensen (waaronder ik dus ook) kregen en berichtje op ons mobieltje. Blijkbaar een test i.v.m. "Nucleair alarm". Men zou een kerncentrale aan het bouwen zijn om niet afhankelijk te zijn van Rusland qua energievoorziening en die berichtjes kaderen in deze context.
De HH. Petrus en Pauluskerk is een rooms-katholieke kerk in Vilnius, Litouwen. Het is de kerk van het vroegere klooster van de reguliere kanunniken van Lateranen. Het interieur van de barokke kerk maakt grote indruk door het meesterlijke stucwerk, dat vrijwel de hele binnenkant van de kerk bedekt.
De Petrus en Pauluskerk ligt buiten de historische stad Vilnius in de buitenwijk Antakalnis. Hier was in de jaren 1609–1616 een nieuwe houten kerk op de plaats van een in de 16e eeuw gebouwde kerk. Tijdens de oorlogen met Rusland in de periode 1655-1661 werden het oude klooster en de kerk verwoest. De bouw van een nieuwe kerk begon in opdracht van de Litouwse hetman van Vilnius, Michał Kazimierz Pac. Er wordt beweerd dat Pac de ingeving kreeg om de verwoeste kerk te herbouwen toen hij zich moest verstoppen in de ruïnes en ternauwernood ontsnapte aan een moordaanslag door muitende soldaten. Pac, die zelf nooit trouwde, had met de bouw van de kerk zijn mausoleum voor ogen. De bouwwerkzaamheden startten op 29 juni 1668 (de feestdag van de beide apostelen) onder leiding van Jan Zaor uit Krakau en werden voltooid in 1676 door Giovanni Battista Frediani. Pac contracteerde de Italiaanse meesters Giovanni Pietro Perti en Giovanni Maria Galli voor de versiering van het interieur. Het werk werd onderbroken door de dood van de stichter in 1682. Volgens zijn laatste wens werd Pac onder de drempel van het hoofdportaal begraven, met als Latijnse inscriptie Hic Jacet Pecator (vertaling: hier ligt een zondaar) op zijn grafsteen. Tegen het einde van de 18e eeuw viel bij een blikseminslag een beeld op zijn grafsteen. De gebroken steen leidde tot het ontstaan van veel speculaties over de vermeende zonden van Pac. Tegenwoordig heeft de grafsteen een plaats op de rechter muur van het hoofdportaal.
De kerk werd door Pacs broer, bisschop van Samogitia Kazimierz Pac, voltooid en ingewijd in 1701, terwijl de werkzaamheden aan de decoratie niet eerder dan in 1704 werden voltooid. Het interieur van de kerk onderging sindsdien relatief weinig veranderingen.
In 1864 liet Mikhail Muravyov-Vilensky het klooster als repressiemaatregel voor de mislukte Januari-opstand sluiten. De gebouwen werden vervolgens in gebruik genomen als kazerne en na de Tweede Wereldoorlog als school voor radio-elektronica. Plannen om de kerk te veranderen in een Russisch-orthodoxe kerk werden nooit uitgevoerd.
De koepel van de kerk werd beschadigd tijdens bombardementen in de Tweede Wereldoorlog, maar werd in de oorspronkelijke staat hersteld. Toen de Sovjet-autoriteiten in 1956 de kathedraal van Vilnius lieten ontheiligen en er een kunstmuseum vestigde, verplaatste men de zilveren sarcofaag van de heilige Casimir naar de Petrus en Pauluskerk. Na de heropening van de kathedraal in 1989 werden de relieken weer terug gebracht naar de kathedraal. Ondanks de onderdrukking van de kerk in de Sovjet-jaren vonden er aan de kerk in de periode 1976-1987 grondige restauratiewerkzaamheden plaats.
Geheel in de traditie van de Italiaanse barok bezit de Petrus en Pauluskerk net als de oudere Casimirkerk een plattegrond van een latijns kruis met een grote, veel licht doorlatende koepel boven de viering. Het gebouw heeft één doorgaand schip, waarvan het tongewelf door gordelbogen wordt onderbroken. Aan de zijden van het kerkschip bevinden zich kapellen, die via doorgangen met elkaar verbonden zijn. Aan het koor sluiten zich links en rechts sacristieën aan, waarvan de linker door een galerij met het klooster was verbonden.
Van buiten doet het gebouw enigszins gedrongen aan, omdat het forse zuilenportaal door twee smalle torens wordt geflankeerd. Opvallend is het gebruik van zuilen in plaats van de meer gangbare pilasters bij de barok.
Indrukwekkend is het geheel in het wit uitgevoerde interieur, dat vrijwel geheel overdekt wordt met stucwerk en beelden. Fresco's van een onbekende kunstenaar aan het tongewelf van het kerkschip en de gordelbogen boven het orgel worden omlijst met stucwerk. Het stucwerk toont florale motieven, gezichten, maskers, putti, cherubijnen en religieuze personen, maar ook alledaagse voorstellingen en wapens. Bijzonder fantasievol en beeldend zijn de zijkapellen vormgegeven met reliëfs in de gewelven en halve beelden boven de bogen of in de hoeken.
In het begin van de 19e eeuw werden omvangrijke renovaties uitgevoerd. Tegelijkertijd werd een nieuwe rococo-kansel in de vorm van een schip geïnstalleerd. Het altaar uit 1700 werd toen verkocht en staat tegenwoordig in de kerk van Boczki, Polen. Het grote altaarschilderij van de apostelen Petrus en Paulus die afscheid van elkaar nemen alvorens zij de martelaarsdood sterven werd door Franciszek Smuglewicz vervaardigd, de vier beelden in de altaarruimte door Kazimierz Jelski.
In de nis links van het altaar staat tegenwoordig het miraculeuze beeld "Ecce Homo", dat in 1864 uit het door de Russische autoriteiten gesloten klooster van de Orde der Trinitariërs werd gehaald. De in de kerk tentoongestelde grote trommel werd door Pac tijdens de slag bij Chotyn in 1673 op de Ottomanen buitgemaakt en door hem aan de kerk geschonken.
De opvallende kroonluchter in de vorm van een schip in het kerkschip dateert uit 1905. Het huidige orgel werd in 1907 door de orgelbouwer Jozef Radawicz gebouwd en verving een voorganger uit 1780.
In mei 2010 kreeg de kerk de klokken van de in 2008 gesloten Stefanuskerk uit Essen-Holsterhausen.
De Poort van het Morgenrood is een stadspoort in de Litouwse hoofdstad Vilnius en een van de belangrijkste cultuur- en architectuurmonumenten in de stad.
De poort werd gebouwd tussen 1503 en 1522 als onderdeel van de stadsmuur rond Vilnius, dat toen de hoofdstad was van het Grootvorstendom Litouwen. De Poort werd toen ook wel Krėvos Vartai (Pools: Brama Krewska) of Medininkų Vartai (Pools: Brama Miednicka) genoemd, omdat de weg die erdoorheen liep naar het dorpje Krėva en het kasteel van Medininkai liep. Ook werd de poort Aštra Broma ("Scherpe Poort") genoemd, hetgeen nog steeds verder leeft in de Poolse benaming Ostra Brama voor deze stadspoort. De volledige stadsmuur van Vilnius telde negen poorten; hiervan is de Poort des Dageraads de enige die overblijft. De andere poorten werden op het einde van de 18e eeuw gesloopt.
In de 16e eeuw was het gebruikelijk dat stadspoorten religieuze kunstvoorwerpen bevatten, die de stad moesten beschermen tegen aanvallen en reizigers moest behoeden. De kapel van de stadspoort bevat een icoon van de Maagd Maria waaraan wonderbaarlijke krachten worden toegeschreven. Eeuwenlang was de afbeelding een symbool van de stad en voorwerp van verering voor zowel Rooms-katholieke als orthodoxe stedelingen. Talloze votiefgaven sieren de muren van de kapel en menig pelgrim uit Litouwen en haar buurlanden komen nog steeds bidden bij de icoon. De missen die er gelezen worden, worden zowel in het Litouws als het Pools opgedragen.
Na de Tweede Wereldoorlog groeide het belang van de verering van Onze-Lieve-vrouw van de Poort van het Morgenrood in Litouwse en Poolse gemeenschappen wereldwijd. De grootste kerk gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Poort van het Morgenrood is de Mariakerk in Gdańsk. Op 4 september 1993 bad paus Johannes Paulus II in de kapel een rozenkransgebed.
Met "ouderen" is er steeds nood aan een koffiepauze dus werden we even "los" gelaten van 10u40 tot 11u05. Daarna wandelen we verder via de Sint-Casimirkerk naar de Joodse wijk richting universiteit en de Sint-Johanneskerk met omweg via xxx gang en de Sint-Annakerk. De stadswandeling eindigde bij de Kathedraal en het nabijgelegen Grootvorstelijk paleis van Vilnius.De Sint-Casimirkerk behoort tot de belangrijkste kerken van de stad Vilnius, Litouwen. Het kerkgebouw is de oudste barokke kerk van de hoofdstad. Naamgever is de heilige Casimir, schutspatroon van Litouwen.
De kerk werd gebouwd in de periode 1604-1609. De uiteindelijke voltooiing van het interieur volgde in 1615. Het werd de nieuwe kerk van de Jezuïeten, die in 1569 naar Vilnius kwamen en voorlopig de naast de door hen gestichte universiteit gelegen Johanneskerk voor de erediensten gebruikten. Zoals veel kerken van de Jezuïeten oriënteerde ook de bouw van de Casimirkerk zich aan de Il Gesù te Rome. Typerend voor de vroegbarokke kerk is de verbinding van de architectuur van de centrale ruimte met het kerkschip door een grote koepel boven de viering (hoogte 40 meter, doorsnee 17 meter) en een breed (hier 25 meter breed) kerkschip. In tegenstelling tot de Il Gesù wordt de voorgevel van de Casimirkerk geflankeerd door torens.
De Universiteit van Vilnius (Vilniaus universitetas) is de oudste universiteit van Litouwen.
De instelling werd in 1579 gesticht door grootvorst Stefanus Báthory (1533-1586). Voorganger was een jezuïetencollege, dat in 1570 was gesticht, een jaar nadat de orde zich in Vilnius had gevestigd. De universiteitsbibliotheek van Vilnius, die teruggaat op die van dit college, is daarmee negen jaar ouder dan de universiteit zelf. De universiteit, de derde in het Pools-Litouwse Gemenebest, werd al snel een belangrijk wetenschappelijk en cultureel centrum en tevens een bolwerk van de contrareformatie. De universiteit bleef tot 1773 in handen van de jezuïeten: na de ontbinding van de orde werd de instelling geseculariseerd.
Bij de derde Poolse deling kwam Vilnius, en daarmee de instelling — die sinds 1782 geen academia meer heette, maar schola princeps — in Russische handen. In 1803 kreeg ze de status van keizerlijke universiteit (imperatoria universitas), maar in 1832 volgde sluiting, op last van tsaar Nicolaas I.
In 1919 werd de universiteit heropgericht, ditmaal als Poolstalige instelling en onder de naam van de oprichter: Stefanus Báthory-universiteit (Uniwersytet im. Stefana Batorego). De Litouwers, die de stad Vilnius eveneens claimden, stichtten in Kaunas een concurrerende universiteit, die zich eveneens als de opvolger van de oude universiteit van Vilnius beschouwde.
In de Sovjettijd, waarin Vilnius de hoofdstad was van de Litouwse SSR, droeg de universiteit van 1955 tot 1990 de naam van de Litouwse bolsjewiek Vincas Mickevičius-Kapsukas (1880-1935).
Sinds 1964 is een van de twaalf faculteiten van de Universiteit van Vilnius in Kaunas gevestigd.
De kerk van Sint-Johannes de Doper en Sint-Johannes de Evangelist is gelegen in de oude binnenstad van Vilnius, Litouwen. De kerk werd gebouwd in de jaren 1388-1426 en herbouwd in de 16e en 17e eeuw. De toren staat vrij van de kerk en werd gebouwd in de 16e eeuw. Na de brand in 1737 liet architect Johann Christoph Glaubitz de kerk volledig reconstrueren in de stijl van de late barok. De kerk is gewijd aan zowel Johannes de Doper als Johannes de Evangelist.
De eerste kerk werd hier gebouwd in 1387 tijdens de kerstening van Litouwen. Op initiatief van Wladislaus II Jagiello werd een gotische kerk in 1426 gebouwd, maar het gebouw werd herhaaldelijk getroffen door branden in de 15e en de 16e eeuw. Grootvorst Sigismund II droeg in 1574 de kerk over aan het door de Jezuïeten gevestigde college van Vilnius. Nog in hetzelfde jaar werd de kerk herbouwd. In het midden van de 17e eeuw was de kerk na de oorlog met Moskou in slechte staat en volgde er een reconstructie. Na een verwoestende brand in 1737, waarbij zelfs de klokken smolten, volgde een herbouw in barokke stijl.
Na nieuwe branden in 1741 en 1748 volgde in de periode 1743-1754 de herbouw van de kerk door Johann Christoph Glaubitz.
In het begin van de 19e eeuw vonden er enkele belangrijke renovaties plaats waarbij het interieur werd veranderd. De Poolse architect Karol Podczaszyński liet het zuidelijke portaal in een classicistisch portaal veranderen, veel fresco's werden overgeschilderd en de altaren naast de zuilen en beelden en stucwerk werden verwijderd. Tijdens deze renovatie werden de kapellen nog het minst getroffen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de kerk in de zomer van 1948 op last van de atheïstische autoriteiten gesloten. De inventaris van de kerk, meer dan 5000 waardevolle boeken en andere kunstwerken kwamen bij verschillende organisaties terecht en kerkmeubilair en schilderijen werden aan het Museum van Geschiedenis en Etnografie gegeven. Veel waardevolle voorwerpen werden gestolen, het orgel beschadigd en de altaren verwoest.
In 1963 werd de kerk weer overgedragen aan de universiteit en ging er een periode van langdurige reconstructie- en herbouwwerkzaamheden van start.
De kerk keerde in 1990 terug naar de herstelde parochie.
Een hoogtepunt in de geschiedenis van de kerk vormt het bezoek van paus Johannes Paulus II op 5 september 1993.
De Sint-Annakerk is een rooms-katholieke kerk in de oude stad van Vilnius, Litouwen. Het is een belangrijk voorbeeld van zowel de flamboyante gotiek als de baksteengotiek. Samen met de rest van de oude historische binnenstad behoort de kerk sinds 1994 tot het werelderfgoed van UNESCO.
De eerste kerk op deze plek betrof een houten gebouw en werd gebouwd voor Anna, groothertogin van Litouwen, de eerste vrouw van Vytautas de Grote. Het kerkgebouw was oorspronkelijk bedoeld voor katholieke Duitsers en andere katholieke gasten en werd verwoest door een brand in 1419. De huidige bakstenen kerk werd gebouwd op initiatief van groothertog Alexander in de periode 1495-1500. Sinds de bouw is het exterieur vrijwel onveranderd gebleven.
Tussen 1538 en 1541 preekt in de Annakerk de bekende Pools-Litouwse jurist en protestantse theoloog Abraham Culvensis.
Na ernstige brandschade in 1582 werd een reconstructie van de kerk uitgevoerd, gefinancierd door grootkanselier Mikołaj Czarny Radziwiłł en bisschop Jerzy Radziwiłł.
In 1747 onderging de kerk een renovatie onder toezicht van de uit Silezië afkomstige architect Johann Christoph Glaubitz. Om de ondersteuning aan de gevel te versterken werden in 1762 de zijbogen van het hoofdportaal dichtgemetseld.
Volgens de overlevering zou Napoleon bij het aanschouwen van de kerk tijdens zijn veldtocht in 1812 de wens hebben geuit om de kerk in de palm van zijn hand mee te nemen naar Parijs.
Een restauratie van de kerk volgde in de jaren 1902-1909, toen de zijportalen weer werden opengebroken en de muren werden versterkt met ijzer. Een volgend herstel vond plaats in de periode 1960-1970, toen de torens zich in slechte staat bevonden.
Op 23 augustus 1987 vormde het plein bij de kerk en het monument voor Adam Mickiewicz het toneel van protesten tegen de Sovjet-bezetting, die door de politie werden neergeslagen.
Bij de meest recente restauratie in 2009 werden de dakbedekking vervangen, maatregelen getroffen om de gevel te versterken en de lang ontbrekende torentjes op de zijkant van de kerk herbouwd.
Het ontwerp van het kerkgebouw wordt toegeschreven aan ofwel Michael Enkinger, de architect van een kerk met dezelfde naam in Warschau, of aan de Boheemse architect Benedict Reijt, bouwer van de Sint-Barbarakerk in Kutná Hora. Deze aannames worden echter niet ondersteund door schriftelijke bronnen. De Sint-Annakerk vormt een onderdeel van een religieus ensemble, bestaande uit de veel grotere gotische Franciscus- en Bernardinuskerk en een klooster.
De Annakerk kent één schip en twee torens. Het werd gebouwd van 33 verschillende soorten bakstenen en in een rode kleur geschilderd. Het interieur is ingericht in de barokke stijl. Bij de kerk staat de vrijstaande neogotische klokkentoren van Nikolaj Tsjagin uit de 19e eeuw en de barokke Kapel van de Heilige Trap uit de 17e eeuw.
De basilicale HH. Stanislaus- en Ladislauskatedraal in de Litouwse hoofdstad Vilnius is de rooms-katholieke kathedraal van het aartsbisdom Vilnius. Aan de kathedraal werd in 1985 de eretitel basilica minor verleend.
De kathedraal is in de historische stadskern van Vilnius gelegen en staat dus op historische grond. Hier was een vroege nederzetting en het kerkgebouw is dus verweven met de Litouwse geschiedenis. Het is ook hier waar de grootvorsten van Litouwen werden gekroond en vooraanstaande persoonlijkheden uit de Litouwse en Poolse geschiedenis ter ruste werden gelegd.
De basiliek gaat in zijn huidige vorm terug op een ontwerp in de neo-classicistische stijl van Laurynas Gucevičius en werd in 1801 voltooid. De klokkentoren is net zoals bij veel andere Baltische kerken als een vrijstaand bouwwerk uitgevoerd.
De kathedraal werd gewijd aan de heilige bisschop Stanislaus van Krakau en de heilige Ladislaus I, koning van Hongarije, twee belangrijke steunpilaren van de Rooms-Katholieke Kerk in het oostelijke deel van 11e-eeuwse Centraal-Europa.
Tijdens het Sovjet-regime werd de kathedraal gebruikt als schilderijenmuseum. Vanaf 1985 werden er weer heilige missen toegestaan, alhoewel men de kathedraal toen officieel nog steeds omschreef als "de galerij van afbeeldingen". In 1989 kreeg het gebouw zijn oorspronkelijke bestemming officieel terug.
Het Grootvorstelijk paleis van Vilnius is een paleis in Vilnius, de hoofdstad van Litouwen. Het paleis diende tot aan haar vernietiging als het politieke, administratieve en culturele centrum van de Pools-Litouwse Gemenebest. In 1801 werd het paleis afgebroken, maar in 2002 werd een nieuw paleis op de originele plek gebouwd dat in 2018 voltooid werd.
Vanaf 12u40 waren we volledig vrij. We gingen iets kleins gaan eten (groentesoep en quiche van pompoenen en courgettes met rozemarijnsausje) en wandelden daarna verder via Uzupis, naar de driekruisenheuvel, de Gediminastoren, … om nog eens terug te stappen naar de vroegere ghetto's.
Užupis is een stadsdeel van Vilnius, de hoofdstad van Litouwen en is deels gelegen in het oude stadsdeel van Vilnius, dat op de Werelderfgoedlijst van de Verenigde Naties staat. De naam betekent "aan de andere kant van een rivier." Die rivier is de Vilnia die aan Vilnius zijn naam gaf. Užupis wordt vaak vergeleken met Montmartre in Parijs. Tegenwoordig zijn er in de stadswijk kunstgalerijen, kunststudio's en cafés.
Užupis is een klein (ongeveer 59 hectare) en besloten stadsdeel. Aan de ene kant is het gescheiden van de oude stad door de Vilnia, aan de andere kant zijn heuvels en aan de derde zijde is een industrieel gebied dat gebouwd werd in de Sovjet-tijd. De eerste bruggen over de rivier werden gebouwd in de zestiende eeuw. Het stadsdeel werd voornamelijk bewoond door Litouwse Joden. Het grootste deel van de oorspronkelijke bewoners verdween tijdens de Holocaust en het Joodse kerkhof werd vernietigd door de Sovjets. De lege huizen werden bezet door criminelen, tuig en prostituees.
Het stadsdeel was een van de meest verwaarloosde gebieden in de stad voordat Litouwen zich onafhankelijk verklaarde in 1990. Hoewel het daarvoor een krottenwijk was met huizen zonder voorzieningen, is het recentelijk een gebied geworden van duurdere woningen, een thuishaven voor Vilnius' kunstenaars en bohemien.
De bewoners hebben een zo goed als onafhankelijke staat met de naam Republiek Užupis (Užupio Res Publika) uitgeroepen met een eigen vlag, een president, grondwet en zelfs een leger van twaalf man. Ze vieren hun half-serieuze onafhankelijkheid jaarlijks op Užupisdag, op 1 april. Op die dag heeft Užupis een eigen munteenheid, gewoonten, verkiezingen en carnaval. Kunstenaars proberen een gevoel van gemeenschap te creëren door middel van kunst en viering. De president van de Republiek Užupis is de dichter, musicus en filmregisseur Romas Lileikis. Het eerste initiatief dat door de gemeenschap werd ondernomen was het bouwen van een monument ter nagedachtenis van Frank Zappa.
Sinds de Sovjet-tijd wonen vele beroemde kunstenaars in Užupis of hebben er hun ateliers. Vele jonge kunstenaars hebben leegstaande panden in Užupis gekraakt in de buurt van de Vilnia.
De engel werd het symbool voor Užupis op 4 april 2001, toen een standbeeld van een engel werd onthuld op het centrale plein. De sculptuur heeft de voorstelling van een engel die een hoorn blaast en symboliseert de opleving en artistieke vrijheid van de stadswijk. De republiek Užupis wordt soms de Republiek van de Engelen genoemd.
Voor de ingebruikneming van dit beeld was er een standbeeld van een ei, dat – mede vanwege de vorm – object werd van verschillende verhalen. Nadat dit buiten dienst werd gesteld, werd het beeld verkocht tijdens een veiling voor 10.200 Litouwse litas.
De Gediminastoren is een overblijfsel van een burcht die ooit op de Gediminasheuvel in Vilnius, de hoofdstad van Litouwen, heeft gelegen. De 48 meter hoge toren is dankzij de ligging op de heuvel het meest prominente gebouw van de stad.
Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat er al in het Neolithicum een nederzetting op de Gediminasheuvel is geweest. In de 9e eeuw kreeg de nederzetting versterkingswerken. Tussen de 11e en de 13e eeuw was er ook een fort op deze plaats. Volgens de legende was Gediminas aan het jagen en had hij een droom waarin hij een ijzeren wolf op een heuveltop zag huilen. Een sjamaan zei hem daarop dat hij kasteel moest bouwen op een nabijgelegen rots met uitzicht over drie rivieren. Het houten kasteel werd al snel omringd door huizen en straten die omlaag liepen naar de rivier de Vilnya.[1] In 1323 werd de burcht voor het eerst genoemd, in een verdrag tussen Gediminas en de Duitse Orde. Later liet grootvorst Vytautas het hout vervangen door steen. In 1422 was het stenen kasteel, waarvan de Gediminastoren een onderdeel was, gereed.
Het kasteel op de heuvel was een van de drie kastelen van Vilnius. Het werd het Gediminaskasteel of Bovenste Kasteel genoemd. Het Onderste Kasteel lag aan de voet van de heuvel. Het was een uitgebreid complex, waarvan ook de kathedraal van Vilnius deel uitmaakte. In de 15e eeuw werd op het terrein van het Onderste kasteel het koninklijk paleis gebouwd. De koningen van Polen waren in die tijd tevens grootvorst van Litouwen. Het koninklijk paleis werd vernield in 1801 op last van de tsaar, toen heer en meester in Vilnius, maar is in de vroege jaren van de 21e eeuw herbouwd.
Het derde kasteel, het Scheve Kasteel, heeft maar kort bestaan. Al in 1390 werd het door de Duitse Orde in brand gestoken en het is nooit herbouwd. Het Bovenste Kasteel hield bij die Duitse aanval wel stand.
Toen de pijl-en-boog was vervangen door het vuurwapen, hadden veel fortificaties hun nut verloren. Na de 15e eeuw werd het Bovenste Kasteel verwaarloosd. In het begin van de 17e eeuw werd het gebruikt als gevangenis. In 1655, tijdens een inval van Russische troepen, werd het kasteel voor het laatst als fort gebruikt. Het mocht niet baten; Vilnius was zes jaar lang in Russische handen. Het kasteel werd gebruikt voor de legering van Russische troepen. Toen het Pools-Litouwse leger in 1661 de Russen verdreven had, ging de verwaarlozing van het kasteel verder.
In de jaren dertig van de 19e eeuw werd een groot deel van het kasteel gesloopt en werden de hellingen van de heuvel minder steil gemaakt. Op de Gediminastoren werd een optische telegraaf geplaatst. Later in de 19e eeuw ging er nog meer van het kasteel verloren, toen er een weg tegen de heuvel op werd aangelegd en er bomen werden geplant. In 1896 werd in de Gediminastoren een café geopend.
Op 1 januari 1919 werd voor het eerst de vlag van Litouwen op de Gediminastoren gehesen, maar kort daarna viel Vilnius in handen van het Rode Leger, toen in handen van de Polen, toen weer in handen van het Rode Leger en ten slotte weer in die van de Polen. In 1930 werd de toren gerestaureerd. Daarbij kreeg hij de tweede verdieping weer terug, die in de negentiende eeuw was vervangen door een vierkant bouwsel voor de bedieners van de telegraaf. Op 28 oktober 1939 werd Vilnius pas weer Litouws en op 29 oktober 1939 werd op de Gediminastoren weer de Litouwse vlag gehesen.
In de Tweede Wereldoorlog liepen de restanten van het kasteel zware schade op. In 1948 besloten de toenmalige autoriteiten alleen de Gediminastoren te herstellen. In 1960 was de restauratie voltooid en werd de toren heropend, maar nu als museum. Het museum is gewijd aan de geschiedenis van Litouwen in het algemeen en Vilnius in het bijzonder. Sinds 1968 is het een dependance van het Litouws Nationaal Museum. Van de rest van het kasteel zijn alleen nog wat restanten over. Op het eind van de 20e eeuw zijn op basis van archeologisch onderzoek wel de contouren van het kasteel zichtbaar gemaakt.
Op 7 oktober 1988 werd onder druk van de snel groeiende onafhankelijkheidsbeweging in Litouwen de vlag van de Sovjet-Unie op de top van de Gediminastoren vervangen door de Litouwse vlag.
De Gediminastoren is te bereiken over een steil pad dat tegen de heuvel op loopt. Sinds 2003 gaat er ook een kabelspoorweg de heuvel op. De toren is een museum, dus er wordt entreegeld geheven. Sinds 1995 is op de bovenste verdieping een permanente tentoonstelling te bezichtigen die gewijd is aan de Litouwse onafhankelijkheidsbeweging rond 1990 en het hoogtepunt daarvan, de Baltische Weg. Het platte dak van de toren is toegankelijk en biedt een weids uitzicht over Vilnius.
De Gediminastoren is een belangrijk nationaal symbool van Litouwen in het algemeen en Vilnius in het bijzonder. De toren staat afgebeeld op de vroegere bankbiljetten van 50 litų en verschillende Litouwse postzegels. Veel Litouwse gedichten en volksliedjes maken melding van de toren. Op de toren wordt elke ochtend de Litouwse vlag gehesen en 's avonds weer gestreken.
Om de dag af te sluiten zouden we nog een ijsje nuttigen, maar waarom geen coupe als avondeten😉? Lekkere ijs en een bolletje extra ter compensatie van de slagroom… die kenden hun wereld! Vijf bollen met fruit enzo… en ze waren er supervriendelijk. Ik vroeg ook of het mogelijk was euromunten te wisselen en men overliep de ganse kassa.
Onderweg nog enkele broodjes gekocht en om 20u00 waren we voldaan terug in ons hotel. Nog wat eten en drinken terwijl we via de telefoon naar de CL-match Real Madrid - Club Brugge keken (2-2)
Stappenteller: 24696
Woensdag 2 oktober 2019
Alweer om 7u30 ontbijten en 9u00 vertrekken. Deze keer met de bus naar Trakai waar we om 10u00 toekwamen in de regen. Gelukkig hield het vrij snel op want we mochten tot 14u00 blijven. We kregen wat uitleg over de Karaimy bevolking en bezochten het kasteel op het eiland, liepen wat rond aan het water en gingen iets eten.
Karaimy
Trakai is een historische stad in het zuidoosten van Litouwen, ongeveer 40 kilometer ten westen van de hoofdstad Vilnius.
De stad ligt midden in een uiterst waterrijk gebied (het Nationaal Park Trakai) en wordt omgeven door de meren van Lukos (Bernardinų), Totoriškių, Galvės, Akmenos en Gilušio. Er is een aantal relevante architectonische, culturele en historische objecten binnen de stadsgrenzen en het gebied geldt als een van de grootste toeristische attracties van Litouwen.
Het kasteel van Trakai is een van de bekendste toeristische bezienswaardigheden van Litouwen. Het is gelegen op een eiland in het Galvė-meer. Het bouwwerk stamt uit de veertiende eeuw en is in een aantal fases uitgebreid. In de vijftiende eeuw verloor het kasteel zijn militaire belang, en kreeg een bestemming als woonresidentie en later als gevangenis. Geleidelijk raakte het in verval. In de twintigste eeuw is het kasteel weer in fases hersteld in een vijftiende-eeuwse stijl.
Op een schiereiland tussen het Galvėmeer en het Lukameer ligt een tweede kasteel, dat in dezelfde tijd gebouwd is. In het Litouws wordt dit het Trakų pusiasalio pilis ('Schiereilandkasteel van Trakai') genoemd. Het werd in de 17e eeuw vernield en is, in tegenstelling tot het Eilandkasteel, maar zeer gedeeltelijk gerestaureerd. Slechts één toren is opgeknapt.
Net op tijd terug op de bus want het begon opnieuw te regenen. Om 15u00 waren we dan in Kaunas en omdat het bleef regenen én ook wel een beetje op verzoek van de Nederlanders wou men het Sugihara House bezoeken. Dat duurde tot 16u50 maar dat interesseerde me niet echt. Snel even opgezocht online en veel viel er niet te beleven. Een Japanner en een Nederlander hadden Joden helpen ontsnappen tijdens de oorlog door het vervalsen van documenten. Een huis dus met wat stempels enzo… tjah.
Dit huis (Sugihara House) in WO II was de Japanse ambassade en de ambassadeur redde duizenden Joden door hen illegaal de transitpapieren te bezorgen om hen uit Europa ...
Tegen 17u10 waren we dan aan ons hotel en omdat men in de ban was van die Nederlander wou men nog een wandelingetje maken naar het herdenkingsmonument van Jan Zwartendijk (Jan Zwartendijk was een Nederlandse bedrijfsleider en diplomaat die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog in Litouwen duizenden Joden valse papieren verstrekte waardoor ze uit de handen van de Duitse vervolging bleven.) in de buurt van de Aartsengel Michaëlkerk en op de Vrijheidsboulevard. Met sprak af om 17u30 aan de receptie maar we waren slechts met drie geïnteresseerden die de regen durfden trotseren. Een wandelingetje tot 18u30.
Nog even iets gaan eten in het winkelcentrum en rond 21u15 terug in het hotel.
Stappenteller: 17382
Donderdag 3 oktober 2019
Ontbijten kon vanaf 6u30 en de koffers moesten om 8u45 naar de bus. We reden naar het centrum van Kaunas voor een standwandeling van 9u00 tot 12u15. Het laatste half uurtje was vrij. Wij gingen een brownie eten en konden ook even naar het toilet.
Kaunas is met 288.363 inwoners (2018) de tweede stad van Litouwen, na Vilnius. De stad ligt aan de Memel, ongeveer honderd kilometer ten westen van de hoofdstad Vilnius. In het Interbellum vervulde Kaunas de functie van hoofdstad, aangezien Vilnius toen tot Polen behoorde. Het is nu de hoofdstad van het district Kaunas. Kaunas is verder een stadsgemeente, om en rond de stad ligt de districtsgemeente Kaunas.
De plek waar de rivieren Neris en Nemunas samenkomen heeft een lange geschiedenis van menselijke bewoning. In de 14e eeuw werd het stadje voor het eerst genoemd en werd er ook een burcht gebouwd als verdediging tegen de Duitse Orde. In 1408 verkreeg Kaunas stadsrechten, en in 1441 sloot de stad zich aan bij de Hanze. Een welvarende periode brak aan die duurde tot in de 17e eeuw.
Gedurende de overheersing door het Tsaristische Rusland was Kaunas een belangrijke plaats in de westelijke verdediging van het Russische rijk. De Russen bouwden een heel nieuw stadscentrum dat met het oude middeleeuwse centrum werd verbonden door een brede 2 km lange boulevard, de Vrijheidsboulevard (Laisvės alėja). Tevens werd de stad omgeven door een ring van negen forten.
Na de Eerste Wereldoorlog werd Litouwen weer een onafhankelijke staat. Omdat Vilnius in 1920 door Polen werd geannexeerd, werd Kaunas de hoofdstad van Litouwen. De status van tijdelijke hoofdstad bleef van kracht tot juni 1940 toen Litouwen werd geannexeerd door de Sovjet-Unie.
Vilnius werd nadien weer de hoofdstad van Litouwen, nu lijkt de politieke rol van Kaunas uitgespeeld. De stad neemt nog een belangrijke plaats in in de psyche van het Litouwse volk als echte "Litouwse" stad; meer dan 90% van de bevolking is nog Litouws. In de nadagen van de Sovjet-Unie kwamen de inwoners geregeld in opstand tegen het regime.
Na de val van het communisme is de stad in rap tempo gemoderniseerd. De oude binnenstad is gerestaureerd en de Laisvės alėja is veranderd in een brede winkelpromenade.
Daarna verlieten we de stad met de bus en reden we tot 12u15 waar we drie kwartier stopten om onderweg te lunchen.
Tussen 14u30 en 15u45 zaten we terug op de bus voor de transfert naar Klaipeda. Even de valiezen op de kamer en tegen 16u30 terug bij de bus om ons naar 't stadje te brengen. Wisselvallig weer in Klaipeda en heel veel vel er precies niet te zien, maar historisch was er wel wat gebeurd. Hitler heeft hier op het balkon nog een toespraak gegeven bijvoorbeeld. Wellicht één van zijn kortste speeches naar het schijnt want men vertelde dat hij zeeziek zou geweest zijn toen hij aankwam.
Klaipėda (Duits: Memel, Samogitisch: Klaipieda) is met 154.326 inwoners de derde stad van Litouwen. Vanwege de ijsvrije haven is Klaipėda de belangrijkste havenstad van het land. De stad ligt aan de Oostzee bij de plaats waar het Koerse Haf, dat het water van de Memel afvoert, zijn enige doorgang naar zee heeft. Klaipėda is de voornaamste plaats in het historische gebied Samogitië. Tot 1945 was de stad vooral bekend onder haar Duitse naam Memel, tevens de Duitse (en Nederlandse) naam van de rivier waaraan ze ligt. Het dorpje Smiltynė op de noordpunt van de Koerse Schoorwal tegenover Klaipėda hoort ook bij de stad.
Klaipėda vierde in 2002 zijn 750-jarig bestaan. De Lijflandse Orde, de Lijflandse tak van de Duitse Orde, bouwde hier in 1252 de Memelburg. Van vaste bewoning door Baltische stammen was al sprake in het 3de millennium voor Christus. De Baltische betekenis van Memel gaat terug op 'kalm water', dus een veilige havenplaats. Klaipėda is een variant daarop: 'vlakke en open landingsplaats'. Een 'Memele castrum' (Memelburg) verving ter plaatse een houten vesting nadat de Lijflandse Orde dit gebied veroverde in 1252. En een stad breidde zich daarnaast uit, die in 1328 in handen van de Duitse Orde overging. Inmiddels had de stad Lübecks stadsrecht gekregen en was zij ingericht door kooplieden uit Dortmund. Pogingen van de vorsten van Litouwen om de havenstad en haar burcht, die zij Cleupeda noemden, te veroveren liepen op niets uit, ondanks verschillende belegeringen en tijdelijke bezettingen. Nadat de Duitse Orde verslagen was door de Polen en Litouwers en zij in 1466 meer dan de helft van haar gebied moest afstaan, bleef Memel daarbuiten als deel van Oost-Pruisen, dat sinds 1525 als geseculariseerd hertogdom Pruisen voort bestond. Memel bleef sindsdien aan alle lotgevallen van Pruisen, later de provincie Oost-Pruisen, verbonden. Te beginnen met de lutherse kerkreformatie. In de oorlog tussen Zweden en Polen werd het in 1639 uitvalsbasis voor de Zweden. De stad bleef gespaard voor de epidemieën die in het begin van de 18de eeuw Oost-Pruisen teisterden en daar het leven van de helft van de bevolking kosten. Rusland legde tijdelijk een bezetting in de stad tijdens de Zevenjarige Oorlog tussen 1758 en 1762. Van bijzondere betekenis in de Pruisische geschiedenis is in 1806 de vlucht geweest van het Pruisische hof van Berlijn naar Memel, nadat Napoleon het Pruisische leger had verslagen. Tijdens de Napoleontische oorlogen werd Memel de tijdelijke hoofdstad van het Koninkrijk Pruisen. Tussen 1807 en 1808 was het de residentie van koning Frederik Willem III, zijn hof en de regering. Op 9 oktober 1807 tekende de koning een document waarin de lijfeigenschap in Pruisen werd afgeschaft. De Pruisische koning moest het gezag van de Franse keizer toch aanvaarden in 1808. Het gebied rond Memel leed grote economische schade onder het nu ingevoerde continentaal stelsel. In 1812 stak Napoleon hier de rivier over met zijn Grande Armée, op weg naar Moskou. Telkens herstelde de stad zich weer, vooral op basis van haar strategische betekenis, dezelfde waarom om haar gestreden werd. Inmiddels telde de stad 6.000 inwoners. Daarna groeide Memel ondanks een grote stadsbrand in 1857, verder tot 20.000 inwoners aan het einde van de eeuw door haar gunstige ligging voor de hout- en pels- en graanhandel vanuit Rusland. Daarbij bleef de haven ook van bijzonder miitair belang.
Korte tijd kwamen in 1915 Russische troepen in de stad, toen de inval in Oost-Pruisen werd ingezet, maar deze voorzet in de Eerste Wereldoorlog liep voor Rusland dramatisch af in de Slag van Tannenberg. Na de door Duitsland toch verloren oorlog bepaalde het Verdrag van Versailles dat Duitsland Memel moest afstaan aan bij dit verdrag opnieuw gestichte staat Litouwen. Omdat de bevolking van de stad voor negen tiende, en van het omringende platteland (zie Memelland) voor de helft Duitstalig was en protesteerde, werd een Frans garnizoen in de stad gelegd en toen Litouwen de stad in 1923 militair innam, besloten de geallieerden in 1926 een autonome status op te leggen binnen de republiek Litouwen, door de Volkenbond te controleren. Daarna werd de autonomie door Litouwen opgeheven en vervolgens zou een patstelling in het bestuur ontstaan omdat de bewoners van Memelland voor 87%, op Duits-nationale partijen stemden. In 1939 was de druk van het inmiddels nationaal-socialistische Duitsland zo groot geworden dat Litouwen het gebied en de stad 'vrijwillig' (na een ultimatum van Berlijn) overdroeg aan nazi-Duitsland en daarbij hoopte op Duitse steun voor de aanspraak op Vilnius, dat destijds vanaf de Eerste Wereldoorlog door Polen bezet was. Na de overdracht van Klaipėda aan Duitsland vluchtten 21.000 inwoners, waaronder 9.000 Duitse Joden die hier vanaf 1933 een toevlucht hadden gezocht, de grens met Litouwen over.
Eind 1944 kwam het Sovjet-leger de stad binnen en de Duitse Wehrmacht werd er na bombardementen en grote verwoestingen uit verdreven, nadat de bevolking eerst geëvacueerd was. Nieuwe bewoners uit Litouwen en de Sovjet-Unie werden vervolgens in de stad gevestigd. Vele duizenden Memellanders die onderweg waren naar het westen zijn in de daaropvolgende maanden teruggestuurd en mochten pas in 1958 desgewenst het land (weer) verlaten. In 1950 waren nog 20.000 autochtone Memellanders in het gebied aanwezig, achtergebleven of teruggekomen uit Siberische kampen en ook uit Duitsland, dat laatste na een oproep van de regering van de Litouwse SSR. Zie: Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog en etnische zuivering. De meeste'autochtonen' zouden eind jaren 50 vertrekken, toen zij daarvoor toestemming kregen in een verdrag met Duitsland. De industrialisatie en de aanleg van scheepswerven brachten veel werkgelegenheid en de stad groeide snel uit tot 200.000 inwoners, grotendeels Russen, in 1990, om daarna weer af te nemen tot 160.000. Nog steeds vormen Russen ean belangrijke minderheid. Sinds de onafhankelijkheid van Litouwen is de stad, mede met Duits geld, waar mogelijk gerestaureerd en haar vroegere Duitse karakter is daarbij bevestigd in de heroprichtig van standbeelden en het aanbrengen van muurplakettes voor historische persoonlijkheden en gebeurtenissen.
We aten nog wat en wandelden terug naar het hotel (21u25).
Stappenteller: 24800
Vrijdag 4 oktober 2019
Mijn verjaardag vieren in het buitenland. Vroeg opstaan en om 7u00 ontbijt. En wat voor een ontbijt: een ijsje met 10 bollen!!! En jawel, dat ging vlotjes binnen…
Om 8u20 vertrekken we met de bus naar de overzetdienst en 20 later vaarden we reeds naar de Koerse Shoorsewal.
De Koerse Schoorwal is een landtong van 98 kilometer lengte die de Oostzee scheidt van het Koerse Haf. Het dankt zijn naam aan de Koeren, het Baltische volk dat aan de kust van de Oostzee woonde.
De zuidelijke helft (46 km) van de schoorwal ligt in de Russische exclave Kaliningrad, de noordelijke helft (52 km) ligt in Litouwen. De landtong is feitelijk een schiereiland. De Litouwse zijde is niet verbonden met het vasteland van Litouwen: een veerpont verbindt het dorpje Smiltynė op de landtong met de havenstad Klaipėda.
Ten opzichte van haar lengte van bijna 100 km is de landtong maar smal: vrijwel nergens is deze breder dan drie kilometer. Het smalste punt ligt bij Lesnoj; hier is de landtong 350 meter breed. Op de landtong is een duin- en boslandschap te vinden, met duinen die tot de hoogste van Europa behoren. Deze duinen verstuiven continu: het duinlandschap is gedurende de eeuwen alleen intact gebleven door menselijk ingrijpen. De Koerse Schoorwal staat dan ook als cultureel erfgoed sinds 2000 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Bovendien maakt hij aan beide kanten van de grens deel uit van een nationaal park: het Litouwse Nationaal Park Koerse Schoorwal en het Russische Nationaal Park Koerse Schoorwal. De ingang van het Russische park ligt ten noorden van Zelenogradsk, de dichtstbijzijnde grote stad. De ingang van het Litouwse park ligt bij Alksnynė, 8 km ten zuiden van de veerhaven. Voor beide parken geldt dat bestuurders van motorrijtuigen toegangsgeld moeten betalen.
De Koerse Schoorwal is beroemd om zijn natuurschoon. De Duitse geleerde Wilhelm von Humboldt (1767- 1835) schreef in 1809 aan zijn vrouw: "De Koerse Schoorwal is zo merkwaardig, dat men haar eigenlijk net als Spanje en Italië gezien moet hebben om niet van een prachtige herinnering verstoken te blijven."
De plaats Nida (voor 1920: Nidden) is met 1.500 permanente inwoners de grootste nederzetting in het Litouwse deel en een bekende vakantiebestemming in het land. De antifascistische schrijver en Nobelprijswinnaar Thomas Mann had hier een landhuis, dat hij in de jaren dertig door bedreigingen van de nazi's moest verlaten en dat sinds 1945 met zijn inventaris door Litouwse schrijvers buiten bemoeienis van de Sovjetautoriteiten werd beheerd. Het is tegenwoordig een museum. Bestuurlijk vormen op één na alle Litouwse plaatsjes op de landtong sinds 1961 de gemeente Neringa (totaal 2.600 inwoners). Het dorp Smiltynė tegenover Klaipėda (Memel) behoort tot die stad. Aan de Russische kant is Rybatsji met 1.000 inwoners de grootste van een drietal nederzettingen. De drie nederzettingen vormden tot 2016 samen de 'Landgemeente Koerse Schoorwal', maar vallen sinds 1 januari 2016 rechtstreeks onder het bestuur van het district Zelenogradsk.
De schoorwal behoorde sinds het midden van de 13de eeuw bij Oost-Pruisen en later bij het Duitse Rijk. Ze werd in 1920 voor het eerst bestuurlijk doorsneden: in dat jaar moest Duitsland een deel van Oost-Pruisen afstaan en ging Frankrijk namens de Volkenbond dit zogeheten Memelland besturen, een gebied waarbij ook het noorden van de schoorwal werd ingedeeld. Na de annexatie van Memelland door Litouwen, werd het gebied in 1939 door Duitsland geherannexeerd, waarmee de Kurische Nehrung weer geheel Duits werd. In 1945 werd het gebied door de Sovjet-Unie bezet en vluchtte de bevolking grotendeels naar Duitsland. Zie Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog. Vanaf 1945 tot 1991 behoorde de schoorwal in zijn geheel tot de Sovjet-Unie, maar het noordelijk deel werd daarbinnen toegewezen aan de Sovjetrepubliek Litouwen, waarmee de staatkundige situatie van 1920 in zekere zin was hersteld. Na de val van het communisme werd Litouwen opnieuw onafhankelijk en bleef de Koerse Schoorwal staatkundig opgedeeld.
Wisselend weer maar de zon kwam erdoor en we hadden er een boswandeling langsheen sculpturen (soort sprookjesbos – Raganu Kalnas) in Neringa. En de meeste sculpturen werden gemaakt toen hier een festival was voor artiesten in… 1979. Eerst de positieve verhalen met koningen en prinsessen om terug naar beneden te stappen langsheen heksen, trollen en de duivel himself.
Om 10u20 gingen we weer verder met de bus. We reden langs een bos dat er volledig verwoest bij ligt. Reden: de uitwerpselen van de aalscholver. Blijkbaar tasten die bepaalde boomsoorten aan en men mag ze niet verjagen dus zit men er met een groot probleem.
Van 11u05 tot 11u40 strekten we even de beetjes en liepen we rond het vakantiehuis van Thomas Mann dat u dienst doet als museum. Binnen gaan was niet meteen een grote meerwaarde, maar eens goed rondkijken was wel een must. Prachtig uitzicht dus de Duitse schrijver had op dat vlak geen slechte smaak.
Omdat het begon te druppelen werd het van 11u55 tot 11u20 een blitsbezoekje aan de duinen bij de zonnewijzer. Van daaruit kon je ook de grens met Rusland/Kaliningrad zien liggen. Lijkt me een leuke plaats waar je zowel de zonsopgang als zonsondergang zou kunnen meemaken over het water want aan de ene kant zag je XXX en de andere kant de Baltische zee.
We reden dan maar terug wat verder en de zon begon terug te schijnen. We stapten naar een vissershuisje dat omgetoverd werd tot een museumpje. Niet zo de moeite, maar soit. Dan maar iets gaan eten en dat was niets te vroeg. Tijdens ons middagmaal begon het ferm te gieten. Gelukkig was het daarna over voor de rest van de dag.
Het kerkhof, het Ambermuseum, een ritje tot aan de Baltische zee en om enkele minuten aan het strand te kunnen wandelen, en dan de terugweg. Als het niet regent stoppen we nog aan de duinen onderweg. En jawel, het bleef droog… maar de oudere medereizigers zagen het iet meteen zitten om uit te stappen of te wandelen. Ik uiteraard wel, maar kreeg slechts een half uurtje.
Klaipeda met gids stond immers nog op het programma. "Daar is niets te zien, we waren er gisteren" klonk het vanuit de bus. Iedereen werd afgezet aan het hotel dus ik trok dan maar alleen met de reisleidster en gids richting centrum. De buschauffeur bracht ons en ik keerde wandelend terug.
Grote tred en om 19u40 terug zodat ik nog iets kon gaan eten op mijn verjaardag. Maar eerst nog een aperitiefje… om 20u40 een ijsje en om 21u30 dan toch iets gaan eten in het shopping center met zicht op de ijspiste.
Stappenteller: 32878
Zaterdag 5 oktober 2019
Om 7u00 ontbijt en vandaag en om 8u20 vertrekken. Zoals verwacht ook een koffiepauze onderweg (9u45-10u15) waar we konden proeven van een soort eierkoek die hier wordt gegeten bij huwelijken…
De eerste uitstap van vandaag werd de Kruisenheuvel 11u15-12u05) en dat was wel speciaal om te zien. Op zich niets aan; een hoop kruisen op een heuvel, maar het voelde wel super om daar eens tussen te slenteren. Ik kon hier zeker wat langer blijven, maar we moesten verder richting Rundale.
We hadden ons middagmaal in de buurt van het paleis. Dan even een blitsbezoek aan de tuin om van 14u30 tot 16u50 rondgeleid te worden in het Kasteel van Rundale. De link met de reis naar Rusland werd nog maar eens gelegd. Ook hier kon ik nog wel wat langer rondhangen…
Op naar de hoofdstad van Letland. Om 18u15 arriveerden we in Riga. Valiezen om de kamer, inkopen gaan doen en iets gaan eten. Om 22u waren we terug.
Stappenteller: 12804
Zondag 6 oktober 2019
Er was om 7u30 afgesproken oor het ontbijt. Om 9u00 trokken we dan met de bus en een plaatselijke gids naar de stad. Het begin ging vooral over de architectuur. Van 10u45 tot 11u15 hield men koffiepauze dus konden we even snel zelf op verkenning. XXX, XXX, XXX De rondleiding eindigde bij (de drie zusters?) XXX.
Daarna wandelden we nog mee met de groep tot aan de zeppelinhallen maar vanaf daar wo ik toch mijn eigen gang gaan. We wandelden naar xxx (toren) en zo terug naar het centrum. Onderweg iets eten en een route uitstippelen.
Eerst even naar de orthodoxe kerk en wat verderop kon je het Radisson Blue hotel binnen die een skybar had met een fenomenaal zicht over de stad. Aan de goeie kant was er geen plaats meer dus gingen we weer weg, maar we hebben het toch weer gezien. Nog eens naar het kasteel en de oude stadskern om in XXX een lekker ijsje met (rum) te eten. Met de tram terug naar het hotel en te voet nog even op zoek naar een avondmaal in de buurt.
Stappenteller: 29349
Maandag 7 oktober 2019
Alweer om 7u30 ontbijt en een uur later vertrokken. Een kleine tussenstop om 8u50 van een kwartiertje en dat zouden we geweten hebben. De bus liet ons even uitstappen aan de Sigulda bobsleebaan. Even binnenglippen om te gaan zien hoe het uitzicht was werd niet gesmaakt door de plaatselijke madam van 't spel. Al brullend kwam ze naar buiten gelopen. Wellicht haar enige beweging die dag. Wij stapten gewoon terug in en reden dor het Gaujas national park.
Van 10u00 konden we 11u45 het Turaida Kasteel bezoeken. Een mooi park met enkele gebouwen waaronder ook het kasteel. En de legende (?) van Roos… We zagen haar graf dus … Ieder plaatske in het kasteel waar we binnen mochten ben ik ook binnen geweest. Het was leuk en ook het omliggende park was wel de moeite, maar opnieuw wachtte er een bus en een groep hé.
We stopten dan van 12u00 tot 12u50 voor de Lunch. Daarna nog een half uurtje pauze om 14u25 en dan een laatste stukje naar Tartu waar we om 16u30 toekwamen.
Valiezen op de kamer en ik ging nog even wandelen want we hadden weer een dag op de bus gezeten…
Stappenteller: 12924
Dinsdag 8 oktober 2019
Vanaf 7u00 ontbijt en van 9u00 tot 12u00 de rondleiding in Tartu. Daarna middagpauze in het centrum tot 13u45 om dan door te rijden naar onze laatste bestemming van de reis: Tallinn (16u10)
En ook nu hadden we meer op de bus gezeten dan iets anders dus ging ik om 16u50 nog even mee met een klein groepje naar het centrum. Voor hen was het eerder om de weg te tonen naar het hotel, ik ging daarna op mijn eentje nog wat op verkenning. De heuvel op, de orthodoxe kerk binnen (er was een dienst bezig dus weer interessant en zo ontweek ik ook wel wat de regen), …
Stappenteller: 16806
Woensdag 9 oktober 2019
Onze laatste volle dag en ook ons laatste ontbijt (vanaf 7u00). We moesten klaar zijn om 9u00 voor onze geleide stadstour in Tallinn die tot 15u00 zou duren. Tussendoor een half uurtje koffiepauze (12u00-12u30).
Eerst naar de plaats waar ze hun songfestivals houden. Daarna via via naar paleis XXX. De reis viel qua gidsen tot nog toe zeer goed mee, maar nu was het erover. Bij ieder schilderij werd een uitleg gegeven, terwijl er een boeiend stadje wat verder op ons lag te wachten. Dan toch een stukje Tallinn gezien maar het bezoek aan de stad was wel heel beperkt. De rest zouden we dan zelf wel doen, maar eerst gaan lunchen.
Na een lange wandeling liepen we nog even de supermarkt binnen om iets te eten en wat eten voor morgen in te slaan.
Stappenteller: 30723
Donderdag 10 oktober 2019
Vroeg wakker want we werden om 5u45 al benden verwacht met de valiezen. Er werd dan ook een ontbijtpakket voorzien want het was nog wat te vroeg om te ontbijten in het hotel.
6u15 naar de luchthaven met de bus, 6u30 bagage afgegeven, 6u50 naar de gate, 8u30 boarding in de Airbus A220-300, 8u44 take off, 9u52 (plaatselijke tijd) geland in Amsterdam, geen paspoortcontrole, 10u30 bagage ophalen, 10u37-10u50 shuttle proberen bellen, 10u58 met shuttle naar parking, 11u12 aan auto, iets gaan eten onderweg, 15u30 terug thuis
Stappenteller: 10916
Foto's
- 2023Oostenrijk
- 2023London
- 2022Madagascar
- 2022Armenië
- 2022Eifel
- 2022Pinatar
- 2022Ijsselmeer
- 2021Turkije
- 2021Gdansk
- 2021Castel Madama
- 2020Thun
- 2020France Grand-Est
- 2020Baai van de Somme
- 2020Algarve
- 2019Barcelona
- 2019Litouwen - Letland - Estland
- 2019Rusland
- 2019Cyprus
- 2018Polen
- 2018Boedapest
- 2018Kroatië & Slovenië
- 2018Veluwe
- 2018Lapland
- 2018V.A.E. - Oman - Dubai
- 2017Java-Bali
- 2017Castel Madama
- 2017Sauerland
- 2017Madeira
- 2017Wembley: Tottenham - Gent
- 2017Skivakantie in Klausen
- 2016Kerstcruise Duitsland
- 2016Sri Lanka
- 2016Castel Madama
- 2016Lissabon
- 2016Egypte
- 2015Belgische Ardennen
- 2015China
- 2015Tunesië
- 2014India
- 2014Castel Madama
- 2014Coburg
- 2013Castel Madama
- 2013Skiën in Kronplatz-Corvara
- 2012Castel Madama
- 2012Amsterdam
- 2011Malta
- 2009Frankfurt
- 2008Skiën in Salzburger Sportwelt
- 2007Rondreis Guatemala
- 2006Skiën in Fieberbrunn
- 2005Kopenhagen
- 2005Rondreis Australie
- 2005Skiën in Zell
- 2004Marrakech & Ouarzazate
- 2003Cappadocië & Istanbul
- 2003Schoolreis naar Seattle
- 2003Skiën in Corvara
- 2002Rondreis Spanje
- 2001Venetië
- 2001Skiën in Klausberg
- 2000Rondreis Italië
- 1998Les Deux Alpes
- 1998Trier
- 1997Belgische kust
- 1997London
- 1997Inter Milaan - RSC Anderlecht
- 1996Schoolreis naar Denemarken
- 1996Nettuno
- 1996Schoolreis naar Schotland
- 1996Castel Madama
- 1996Disneyland Parijs
- 1995Schoolreis naar Zuid-Engeland
- 1995Castel Madama
- 1994Saas-Almagell
- 1994Schoolreis naar Normandië
- 1994Castel Madama
- 1993Rondreis Frankrijk
- 1992Lofer
- 1991Ernst - Cochem
- 1988?
- 1988Rondreis Italië
- 1987Sölden
- 1986Mosel
- 1983Waidring
- 1982Luxemburg
- 1981?
- 1980Salzburg